LEVENSVREUGDE VAN BEWONERS

 

Groeiende populariteit van collectief wonen

Steeds meer Nederlanders blijven tot op hoge leeftijd gezond en actief. Daarbij neemt de behoefte toe aan woonvormen in een community: zelfstandig wonen met gelijkgestemden.  

Dat het aantal senioren in de komende decennia toeneemt, mag geen verrassing zijn. In 2040 kent Nederland naar verwachting zo’n 4,7 miljoen 65-plussers, ruim een kwart van de bevolking. Een derde van de 65-plussers, anderhalf miljoen mensen, is dan 80 jaar of ouder. Het aantal 65-plussers blijft vervolgens naar verwachting stabiel tot 2060.

Senioren zijn daarmee in toenemende mate een factor van betekenis op de woningmarkt. Een deel van deze groep zal in een eigen woning blijven wonen totdat dat fysiek niet meer mogelijk is. Anderen zijn genoodzaakt in een verzorgingshuis te leven. Collectieve woonvormen zijn voor een groeiende groep senioren een alternatief: zelfstandig wonen met gedeelde voorzieningen en met zorg in de buurt. Ook al ontbreken exacte cijfers, de Landelijke Vereniging Gemeenschappelijk wonen van Ouderen (LVGO) schat dat Nederland inmiddels al tussen de vier- of vijfhonderd woongemeenschappen voor vijftigplussers telt.

‘Het is dan heel prettig om andere mensen
om je heen te hebben’

Een collectieve woonvorm kan een aantrekkelijk alternatief zijn voor senioren als de kinderen het huis uit zijn, de eerste fysieke gebreken zich aandienen of men minder aansluiting vindt bij de buurt. Een sociaal kader waar bewoners gemakkelijk contact met elkaar maken, elkaar helpen en vooral samen leuke dingen kunnen doen. Dat kan natuurlijk zonder directe verbindende factor, maar er zijn inmiddels vele voorbeelden in Nederland te vinden van collectieve woonvormen waarbij een gedeelde interesse, levenswijze, seksuele voorkeur of etnische achtergrond de gemene deler vormt.

Gedeelde interesses
De term collectieve woonvorm kan de associatie oproepen van de alternatieve jaren zeventig. Dat was ook een bloeitijd voor gemeenschappelijk wonen maar de bewoners van collectieve woonvormen van de eenentwintigste eeuw zoeken hun eigen balans tussen de nodige privacy en gemeenschappelijkheid. De essentie is dat bewoners elkaar gemakkelijk op kunnen zoeken en gezamenlijk activiteiten kunnen ondernemen als zij daar behoefte aan hebben. In het Amsterdamse Shaffy Huis bijvoorbeeld wonen oudere en jongere kunstenaars in een gebouw. Zij kunnen hun interesse niet alleen gemakkelijk delen, in de gemeenschappelijke ruimte bestaat ook de mogelijkheid om die te etaleren. Door middel van exposities, voordracht en gesprek. Op die manier kan een gemeenschap ontstaan op een manier zoals de bewoners dat zelf willen en invullen. Voor wie door fysiek ongemak op een gegeven moment minder gemakkelijk de deur uit kan, verhoogt de nabijheid van gelijkgestemden de kwaliteit van leven. En daarmee wordt tegelijkertijd het risico op het tegenovergestelde, namelijk eenzaamheid, beperkt.

Groeiende markt
Ook voor senioren die vol in het leven staan en met gemak de wereld rondreizen kan gemeenschappelijk wonen een toegevoegde waarde hebben. Dat blijkt ook wel omdat senioren regelmatig bij hun woningcorporatie aankloppen met de vraag om te helpen een woongemeenschap te vestigen. Het blijkt ook uit initiatieven om letterlijk een gezamenlijk woongebouw te bouwen door middel van collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO), waarvan de Knarrenhof – vernoemd naar de legendarische Krasse Knarren van Van Kooten en De Bie – in Zwolle inmiddels een nationaal bekend voorbeeld is. En tegenwoordig zijn er ook projectontwikkelaars die woongemeenschappen voor actieve senioren als een interessante markt zien. Het Schiedamse ParkEntree is een voorbeeld van zo’n seniorengemeenschap. Toekomstige bewoners Marian en Vincent de Graaff, beide in de zeventig, kochten daar een woning en vinden juist het gemeenschappelijke karakter van belang: “Wij zijn echt voor de toegevoegde waarde van een gemeenschappelijke ruimte gegaan, waar we met andere bewoners leuke dingen kunnen organiseren. Wij zijn niet zo van de geraniums. En van zappen houden we ook niet. We werken allebei nog omdat we niet willen stoppen, maar dat zal ooit toch een keer ophouden. Het is dan heel prettig om andere mensen om je heen te hebben. Om uitstapjes te maken, kookcursussen te organiseren of naar een muziekuitvoering te gaan.”

Modern ouder
Waar het bejaardenhuis van voorheen vooral gericht leek op zorg en efficiëntie, is het nieuwe wonen voor senioren veel meer gericht op ontmoeten en genieten. En elkaar helpen, als dat nodig is. Het moderne ouder worden is gericht op kwaliteit van leven. De spruitjeslucht van het voormalige bejaardenhuis is hier ver weg. De nieuwe woongemeenschappen voor senioren staan ook niet op zichzelf. Zij maken vaak ook onderdeel uit van de omgeving. Moderne collectieve woonvormen voor senioren leggen juist de verbinding met de omliggende wijk. De deuren worden daarvoor steeds vaker nadrukkelijk opengezet. En er ontstaan ook meer gemengde woonvormen, waar verschillende generaties in een gebouw of complex wonen.

Het nieuwe ouder worden, in een community, draagt niet alleen bij aan kwaliteit van leven voor de senioren zelf, het draagt ook bij aan een ander maatschappelijk probleem. Zo zullen senioren sneller bereid zijn kleiner te gaan wonen als zij daar andere woonkwaliteiten voor terugkrijgen. Als aantrekkelijke woonomgevingen voor senioren gecreëerd worden, komen voor jonge gezinnen ook meer grote woningen beschikbaar. Of dat nu in de koop- of (sociale) huursector is. Juist in een periode waarin het aantal senioren toeneemt ligt hier op meerdere vlakken een kans.

Meer collectieven
Ondanks de toenemende populariteit van collectieve woonvormen voor senioren, weten veel ouderen nog onvoldoende wat de mogelijkheden op dit vlak zijn. De woningcorporaties Habion, Stadgenoot en Woonzorg Nederland willen gemeenschappelijk wonen voor de sociale huursector in ieder geval verder stimuleren. Niet in de laatste plaats vanwege de levensvreugde die dit voor de bewoners betekent. De drie corporaties zijn ook al langere tijd actief op dit vlak en hebben diverse locaties met woongemeenschappen voor senioren in portefeuille. Zij willen deze manier van wonen voor en met senioren in de sociale huursector graag verder uitbreiden, maar lopen daarbij wel op tegen verschillende belemmeringen op het vlak van onder meer financiering van gemeenschappelijke ruimtes en passend toewijzen.

In dit magazine komen verschillende voorbeelden van collectief wonen voor senioren in de sociale huursector aan bod. Daarnaast kijken we ook naar manieren om collectief wonen in de sociale huursector te vergemakkelijken. En geeft Hugo de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn visie op collectief wonen voor senioren.

bronnen en verder lezen:

Woondromen 55+
Kees Penninx en Yvonne Witter

Collectieve woonvormen voor ouderen
Katja Rusinovic, Marianne van Bochove en Jolien van de Sande

Wordt collectief wonen de nieuwe trend?
Beatrijs Ritsema, HP De Tijd

Inclusief ontwikkelen als toekomstperspectief
Joost Zonneveld, Ruimte + Wonen

Print Friendly, PDF & Email
Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Contact

Verstuur