ESSAY-ALLARD JOLLES

 

Engelen,

Maggi en hyperlinks

De Babel architectuurprijs 2020 moet gaan naar een gebouw dat een glimp laat zien van een mooie toekomst voor architectuur in de Zaanstreek, zo betoogt Allard Jolles. Het gaat erom niet te volgen met ‘een beetje van jezelf en veel van Maggi’, maar een nieuwe weg te wijzen.

Zeven verschillende gebouwen, zeven uiteenlopende opdrachten. De initiatiefnemers van de Babel Architectuurprijs 2020 hebben er alles aangedaan om de genomineerden van de nieuwbouwperiode 2017-2020 zo breed mogelijk te selecteren. Dat is goed gelukt. We zien een kleurrijk palet aan stijlen, gebouwtypes en locaties.

Zaanse identiteit
Tegelijkertijd zijn deze gebouwen in één bepaald aspect hetzelfde, en dat was ook het onderliggende thema van de architectuurprijs: op zoek naar een ‘nieuwe Zaanse identiteit’. Het is interessant om aan de hand van de nominaties te kijken of die nieuwe identiteit ontstaat. Citaten uit de projectbeschrijvingen helpen ons op weg. In willekeurige volgorde ontstaat een bijzondere bloemlezing: ‘de materialen passen goed bij de locatie’, ‘het concept refereert aan het industriële verleden’, ‘materialen die refereren aan de traditie van de Zaanstreek’, ‘gebouwen die verwijzen naar lokale kwaliteiten’, ‘de architectuur verwijst naar de klassieke pakhuizen aan de Zaan’ en, tot slot, ‘het ontwerp voegt zich makkelijk naar de kenmerkende architectuur in dit deel van de wijk’.
Het lijkt wel alsof het over één gebouw gaat, maar dat is niet zo. Blijkbaar is de al bestaande Zaanse identiteit de beste mogelijkheid om tot een nieuwe te komen; blijkbaar is ‘verwijzen’ of het wat sjiekere ‘refereren’ wat nieuwbouw in de Zaanstreek nadrukkelijk moet doen. Er lijkt geen ontkomen aan.

Wat is dat, verwijzen of refereren? Hoe ver strekt dat? Het is in ieder geval geen kopiëren, welnee, alleen de gedachte al. In de architectuur wil niemand een ‘copy cat’ zijn. Maar de architect heeft in ieder geval ook niet als doel vanuit het blanco tekenvel iets compleet nieuws te bedenken. Het zit daar ergens tussen in. Een oude reclameslogan uit de voedselindustrie – een typisch Zaanse referentie – beschrijft dat nog het beste: ‘een beetje van jezelf en een beetje van Maggi’. Als we deze redenering volgen, dan is het gebouw waarin de minste Maggi zit verwerkt, het gebouw met de minste ‘kant-en-klare smaakmaker’, automatisch het gebouw dat het verst is gegaan in het oprekken van de al bestaande en bekende Zaanse identiteit.

Frappez toujours
Eerst dat woord verwijzen. De Franse filosoof Bruno Latour liet eens in een essay zien dat de veel geroemde kwaliteit van engelen, als zouden zij de boodschappers van het woord zijn, maar matig wordt ingevuld. Engelen zijn geen boodschappers, maar verwijzers, aldus Latour. Iedere zin die zij uitspreken, iedere handeling die zij voltrekken, ieder gebaar dat zij maken dient tot doel de weg naar God te wijzen en die makkelijk te kunnen vinden. Steeds opnieuw zijn zij de directe plaatsvervangers van God met betrekking tot communicatie met stervelingen, maar die communicatie dient uitsluitend om het geloof blijvend aan te wakkeren. Frappez toujours; ga door het met herhalen van je punt. Dat beoogt die reclame van Maggi ook: natuurlijk, iets van jezelf, maar wee je gebeente als je de Maggi vergeet.

De portee van dit intermezzo: nieuwbouw die teveel verwijst of refereert aan voorbije tijden, onderstreept onwillekeurig de superioriteit van vroegere tijden, dat is het eigenlijke doel. Dat soort nieuwbouw fungeert hoogstens als hyperlink naar een beter en authentieker origineel. Geen engel zal dat willen tegenspreken.

Kritisch regionalisme
Een tweede element van dat veelgenoemde verwijzen zit meer in de omgeving, de bouwtraditie van de Zaanstreek. Dan gaan we meer de kant op van contextueel bouwen, oftewel iets maken dat zowel qua volume, kleur en gevelritme past in de buurt waar het staat. Dit sluit naadloos aan bij de in de jaren ’80 van de vorige eeuw veelgeprezen theorie van het ‘kritisch regionalisme’, een architectuur die ontstaat door de algemene, wereldwijd geldende regels van een modern, goed gebouw te koppelen aan de eisen die locatie, gebouwde omgeving en lokale bouwtraditie stellen – van materiaalkeuze tot aan stedenbouwkundige inpassing. Zo bemiddelt deze architectuur tussen de ene wereld en de andere, misschien wel als een engel die heen en weer vliegt tussen ons stervelingen en God.

Deze manier van verwijzen is veel minder gericht op vroeger, maar veeleer op het koppelen van heden en verleden op een lokaal verantwoorde wijze. En een dergelijke koppeling wordt alleen bereikt, als de ontwerper bereidt is om bij iedere keuze die zij of hij maakt, opnieuw die hele route af te leggen. Wie zich er makkelijk van af wil maken, door bijvoorbeeld alleen naar recente min of meer kritische, regionalistische architectuur te kijken, zal nooit verder komen dan een waterige kopie van iets wat in zekere zin al een aanpassing van de traditie is.

Dan zijn we aanbeland in de categorie ‘kritiekloos regionalisme’, een bouwstijl die op vele plekken in Nederland aan een schier onstuitbare opmars bezig is, en die zowel glazen bungalows als lekker wegkijkende pittoreske stijlbloempjes  in zijn maalstroom meeneemt. Waar we daarnet het gebouw als hyperlink bespraken, doet deze ontwerpopvatting het meeste denken aan die van de trouwe, blinde volger: de persoon die bij iedere post een duimpje omhoog plaatst, ongeacht de inhoud.

Zaanse meesterwerken
De Babel architectuurprijs 2020 zal wat mij betreft moeten gaan naar een gebouw dat niet volgt, maar ons een nieuwe weg wijst, en zo een mogelijke route toont voor een volgende serie Zaanse meesterwerken; een gebouw dat geen versteende hyperlink is, maar een glimp laat zien van een mooie nieuwe toekomst voor architectuur in de Zaanstreek; een gebouw waarin het deel ‘zelf’ het ruimschoots heeft gewonnen van de hoeveelheid gebruikte smaakmaker.

Het goede nieuws is: zo’n gebouw zit tussen de zeven genomineerden, ik zie zelfs meerdere kandidaten. Daarbij heb ik natuurlijk geen idee of er binnen de jury een gesprek heeft plaatsgevonden waar engelen, Maggi en hyperlinks in voor kwamen. Desondanks heb ik goede hoop, nee, weet ik zelfs zeker dat de winnaar mijn zegen gaat krijgen. Waarom? Bovenstaande overwegingen hoef je niet eerst helemaal langs te gaan of af te pellen voor je een keuze maakt – die overwegingen zijn immers inherent aan het bouwvak sinds de oprichting van de allereerste oerhut. Bovenstaande overwegingen zitten bij ieder jurylid, of ze zich er nu van bewust zijn of niet, in het DNA ingebakken. Het is de traditie van ons allemaal, de basis van waaruit wij ook als mens iedere keer opnieuw, afhankelijk van steeds veranderende fysieke en mentale omstandigheden, tot een nieuwe identiteit komen.

De volgende prijsvraag, de volgende Zaanse architectuurselfie, zal weer anders zijn. En dat is dankzij de winnaar van deze editie.

Allard Jolles (1958) is afdelingshoofd van het team Gebieden bij het  Rijksvastgoedbedrijf. Eerder was hij onder meer hoofd van het Atelier Rijksbouwmeester. Tussen 2005 en 2007 was hij redactielid van het Jaarboek Architectuur in Nederland. Ook brengt hij onder de naam Allard J.J. eigen muziek uit. Allard Jolles woont in Zaanstad en is lid van de Babel Kerngroep.

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Contact

Verstuur